De orchideeënfamilie is een van de grootste plantenfamilies op aarde. Met 25.000 soorten is de Orchidee een van de jongste, grootste en interessantste families van het plantenrijk. Ze komen voor in het koude Groenland, in droge savannes en in vochtige, tropische oerwouden. In Europa komen ongeveer 130 soorten voor, waarvan 30 in Nederland. De kleinste orchideeënbloemen zijn een paar millimeter groot, maar er zijn ook soorten van 30-50 cm lengte.
Toch zijn er amper fossielen van deze plant bewaard gebleven. De stuifmeelkorrels, hét bewijs van het bestaan van bloemen, worden bij orchideeën namelijk niet door wind, maar door insecten, vleermuizen en vogels verspreid. Doordat orchideeën hun stuifmeel in de vorm van polinia, stuifmeelklompjes hebben en het via bijvoorbeeld insecten direct van bloem naar bloem gaat, komt er amper iets op de grond terecht dat kan fossiliseren.
Bij orchideeën als bijvoorbeeld de Zygopetalum Mackaii zijn de stuifmeelklompjes zeer goed zichtbaar. Ook zeer goed zichtbaar wanneer er al een insect op bezoek geweest is.
Groot was dan ook de vreugde toen in 2000 in de Dominicaanse Republiek een stukje barnsteen, oftewel versteende hars, ontdekt werd met daarin een bij met orchideeënstuifmeel op de rug. Barbara Gravendeel van de Universiteit Leiden en haar collega's gingen ermee aan de slag.
Het fossiel blijkt zo'n 15 tot 20 miljoen jaar oud. Blijkbaar haalden bijen toen ook al stuifmeel uit de bloemen. Bovendien moet het beestje met zijn hele lichaam in de bloemkelk zijn gekropen om aan het stuifmeel te komen. Anders hadden de korrels wel op zijn kop gezeten en niet op zijn rug, redeneren Gravendeel en haar collega's in het tijdschrift Nature. De vondst maakt duidelijk wat de globale vorm van de bloem moet zijn geweest. Maar van de korrels is ook af te lezen waar de plant in de stamboom past. Ingewikkelde stamboomberekeningen laten zien dat de oer-orchidee flink wat ouder is dan sommige wetenschappers dachten. De soort zou uit het late Krijt stammen, zo'n 76 tot 84 miljoen jaar geleden.
Lees hier verder voor veel uitgebreidere informatie over deze unieke barnsteen vondst.
Bron: Arianne Hinz, Anton Hogeveen en wetenschap24.nl
In Nederland zijn steeds vaker orchideeën te koop bij het tuincentrum of zelfs bij de supermarkt. Meestal zijn dit kruisingen die u goed binnenshuis kunt kweken. Er zijn natuurlijk ook gespecialiseerde kwekerijen die alleen maar orchideeën verkopen. Voor een behoorlijke 'beginners'plant hoeft u daar niet veel voor te betalen.
De bloemen zijn vaak heel lang houdbaar, 6 weken of langer is geen uitzondering. Dat geldt voor bloemen die aan de plant zitten. Snijbloemen blijven natuurlijk minder lang goed.
Alle orchideeën die in Nederland in het wild voorkomende zijn wettelijk beschermd, dus koop ze alleen bij een erkend handelaar! Oh ja, laat u zich vooral niet gek maken door wetenschappelijke namen. De meeste soorten hebben domweg nooit een gewone Nederlandse naam gekregen. We moeten ons dus behelpen met onuitspreekbare, onbegrijpelijke namen. Jammer, maar het is niet anders.
Goed verzorgen van orchideeën begint natuurlijk bij goede materialen. Er zijn helaas maar zeer weinig tuincentra die goede bark (of zoals vaak incorrect genoemd "orchideeëngrond") of orchideeënvoeding verkopen. Ons bereiken dan ook zeer vaak vragen waar dan wel goede materialen te koop zijn. Orchideeënkring groot Rotterdam heeft zeer goede contacten met veel orchideeënkwekers. Wij hebben die vraag daarom ook eens bij hen neergelegd en hebben meerdere kwekers bereid gevonden om naast hun orchideeën verkoop aan particulieren ook orchidee materialen te verkopen zoals bark, voeding, maar ook materialen als transparante potjes en naamkaartjes/stekertjes.
Hieronder vind u een lijst met met welke materialen bij welke kweker gekocht kunnen worden (voor openingstijden, kijk op hun websites).
Bark | Akerne orchids (webshop) |
|
Tuinorchideeëngrond | Judith Prins tuinorchidee | |
Sphagnum | Akerne orchids (webshop) | |
Rainmix orchideevoeding | Akerne orchids (webshop) | |
Naamkaartjes | Judith Prins tuinorchidee | |
Mandjes | Akerne orchids (webshop) | |
Er bestaat een hardnekkig fabeltje dat orchideeën moeilijk te kweken zijn. Dat is onzin. Door kruisen en selecteren zijn er orchideeën ontwikkeld die in ieder normaal huis met een klein beetje moeite gekweekt kunnen worden.
Als u geraniums kunt kweken, zijn er zeker ook orchideeën die bij u op de vensterbank te kweken zijn. Met een klein beetje bescherming tegen zon en regen kunnen veel soorten de zomer in hun pot op het balkon of in de tuin doorbrengen. Zodra de nachttemperatuur onder de 10°C zakt moeten ze weer naar binnen. Er bestaan ook winterharde soorten die u in de tuin in kunt kweken. Met een kasje heeft u natuurlijk de meeste mogelijkheden. Zo'n kasje hoeft echt niet gloeiend heet gestookt te worden, als de temperatuur in de winter maar niet onder de 10°C zakt. Ook in dit geval moet u er rekening mee houden dat u soorten moet uitzoeken die om dezelfde verzorging vragen. Het is dus verstandig om eerst te kijken waar u uw planten wilt gaan kweken om pas daarna de geschikte soorten uit te zoeken. Er zijn een paar eenvoudige dingen die u moet weten om met succes uw orchidee(en) te verzorgen.
Dit is een belangrijk punt. Er zijn aardorchideeën en orchideeën die op bomen of rotsen groeien. Voor de boomorchideeën geldt: de wortels willen een vochtige omgeving waar ze toch goed kunnen ademen. Vandaar dat orchideeënwortels graag groeien in een speciaal mengsel zogenaamde "bark", zij mogen dus niet in gewoon potgrond gekweekt worden! Vooral bij soorten met witte wortels met een groen puntje is dit van belang.
Ademhaling is zo belangrijk dat sommige liefhebbers zelfs extra gaten in de bloempotten maken. Als u een vochtige serre of kas heeft kunt u proberen om een orchidee op een stukje kurk te kweken, maar eigenlijk is dat iets voor mensen met wat meer ervaring.
Tropische aardorchideeën (of ook wel tuinorchideeën genoemd) kunt wel u in gewone potgrond kweken maar deze moet dan wel zeer vochtdoorlatend gemaakt worden. Kant en klaar mengsel is te koop bij Judith Prins tuinorchidee. Vraag voor de zekerheid altijd of u te maken heeft met een aard- of een boomorchidee.
U kunt het beste één keer in de week zo veel water geven dat de hele pot doordrenkt is. Dit doet u het beste door de pot in een teiltje met water onder te dompelen en daarna goed uit te laten lekken. Met als voordeel dat de resten kalk en kunstmest uit de pot gespoeld worden. Dat is beter dan vaak een beetje, waarbij alleen de oppervlakte van de pot nat wordt.
Let bij besproeien en begieten goed op dat er niet te lang water in de bladoksels blijft staan. Om de een of andere reden kunnen ze daar niet goed tegen en gaan de bladeren rotten als het te vaak voorkomt, vooral als het wat koeler is.
Orchideeën houden van vochtige lucht. U kunt daarvoor zorgen door ze regelmatig te besproeien en ze (op een schoteltje) in een bak met vochtig grind of kleikorrels te zetten. De bodem van de pot mag niet constant nat staan, vandaar het schoteltje!
Zoals alle andere planten hebben ook orchideeen licht nodig om te kunnen groeien. Hoeveel licht hangt af van de soort. Sommige soorten houden van volle zon, terwijl andere weer met wat minder toekunnen. Denk eraan dat uw planten (net als uzelf) verbranden als ze in de lente te snel in direct, fel zonlicht worden gezet. Ze overleven het wel, maar er komen lelijke plekken op de bladeren. Als uw planten 's zomers buiten staan krijgen ze, ook op beschaduwde plekken, meer licht dan binnenshuis.
Voor het gemak praten de liefhebbers altijd over koele, gematigde en warme soorten. Voor in huis zijn de gematigde soorten eigenlijk het meest geschikt. Koele soorten kunt u houden als u een onverwarmde en lichte kamer heeft. Bijna alle soorten vinden het prettig als de temperatuur 's nachts wat lager is dan overdag
Later zult u nog wel ontdekken dat er soorten zijn met een koele rustperiode en soorten die een paar maanden droog moeten staan om te gaan bloeien.
Orchideeën hebben speciale orchideeënvoeding nodig. Gewone kamerplantenvoeding is absoluut ongeschikt omdat het essentieele bouwstoffen mist die een orchidee nodig heeft. Een aanrader is "Rainmix" van Akerne Orchids.
Om u gerust te stellen: orchideeën zijn in het algemeen sterke planten, zeker de Phalaenopsis, Cambria en andere soorten die in tuincentra worden verkocht. Bovendien worden de ze in grote hoeveelheden gekweekt, zodat u zich niet schuldig hoeft te voelen als er per ongeluk een plantje dood gaat.
Probeer altijd de naam van uw plant te weten te komen. Dan kan een ander u een beter advies geven over de verzorging. Het is bijvoorbeeld raadzaam al uw orchideeën van een naamkaartje te voorzien.
Dit zijn populaire planten. De naam betekent: “lijkend op een vlinder” en de bloemen lijken daar inderdaad een beetje op. Ze groeien in de natuur op boomstammen in het oerwoud van Zuidoost Azië. De wortels moeten kunnen ademen, dus ze moeten in een luchtig mengsel worden geplant. Ze hebben een vochtige omgeving nodig. Na de bloei moet u de bloemstengel boven het eerste oog afknippen. Door hun tropische afkomst houden ze van warmte. Ze hebben een nachttemperatuur van minstens 15°C nodig. Deze planten hebben niet bijzonder veel licht nodig. Er zijn vele kruisingen gemaakt en het zijn in het algemeen goede kamerplanten. U kunt ze het beste eens in de twee jaar verpotten
Deze planten komen uit tropisch Zuid-Amerika. Ook zij groeien op bomen, zodat de wortels moeten kunnen ademen. Cambria houden van lichte, koele luchtige omgeving. In de zomer mogen zij buiten in de schaduw staan.
Als de bloemstengel uitgebloeid is deze helemaal onderaan eruit snijden.
Plantensoorten groeien niet zomaar overal, de ene soort is heel algemeen en komt op veel plekken voor, de andere soort is juist zeldzaam en groeit alleen op heel speciale plekken. In natuurgebieden komen soms veel algemene soorten voor, terwijl in de stad ook zeldzame soorten worden gevonden. Hoe komt dat? Welk mechanisme zit daar achter? Ofwel: waarom zijn zeldzame plantensoorten eigenlijk zeldzaam? Wieger Wamelink van Alterra zocht het uit en vandaag zijn de resultaten gepubliceerd in het wetenschappelijke tijdschrift PLOS ONE.
Om te onderzoeken of zeldzame plantensoorten, zoals orchideeën, andere voorkeuren hebben dan algemene plantensoorten, zoals sommige grassen, hebben Wamelink en collega’s meer dan 10.000 bodemmetingen met de bijbehorende plantensoorten verzameld. Zij hebben hierbij onder andere gekeken naar grondwaterstand, voedselbeschikbaarheid, zuurgraad en zoutgehalte.
“Uit onze metingen blijkt dat zeldzame plantensoorten veel kieskeuriger zijn dan algemene plantensoorten,” zegt Wieger Wamelink. “Zeldzame soorten hebben niet zozeer een voorkeur voor bepaalde plekken, maar redden het niet op heel veel andere plekken. Zo komen sommige zeldzame planten bijna alleen maar voor op plekken waar weinig nitraat in de bodem zit, terwijl algemene plantensoorten weinig voorkeur hebben en dus ook bij hogere nitraat-concentraties voorkomen. Daar pesten ze de zeldzame planten weg. Het zijn dus vooral de voorkeuren van planten voor bepaalde bodemkenmerken die bepalen of een plant zeldzaam is of niet.”
Wamelink heeft 23 bodemkenmerken onderzocht: drie van de grondwaterstand (voorjaars-, laagste en hoogste grondwaterstand), vochtgehalte, zuurgraad van de bodem (pH, op twee manieren gemeten), zoutgehalte van de bodem, koolstof- en stikstofgehalte en de verhouding daartussen, het kalium- , calcium-, natrium-, ammonium-, nitraat- en fosfaatgehalte, het totale fosforgehalte (op twee manieren), het organische-stofgehalte en het elektrisch geleidend vermogen. “Hiermee hebben we de belangrijkste elementen in de bodem die het voorkomen van plantensoorten bepalen te pakken, met uitzondering van de (zware) metalen.
In totaal hebben we zo voor 973 plantensoorten kunnen bepalen onder welke omstandigheden ze voorkomen. Daaronder waren 190 zeldzame soorten (soorten die voorkomen op de rode lijst van bedreigde plantensoorten). Hoewel ook het gevoerde beheer (maaien, plaggen of kappen), het klimaat en het verspreidingsvermogen van plantensoorten een rol spelen, zijn het de bodemkenmerken die in belangrijke mate bepalen of plantensoorten ergens voorkomen. En dus of ze zeldzaam zijn. Deze verschillen in voorkeur zijn vooral groot voor de concentraties nitraat, fosfaat, fosfor, natrium en chloor in de bodem, alsmede voor de zuurgraad.”
Een deel van de relevante bodemkenmerken heeft direct te maken met actuele problemen die in veel natuurgebieden spelen, zoals een hoge stikstofdepositie, verdroging, de fosfaatproblematiek en de verzuring. Het inzicht dat uit dit onderzoek naar voren is gekomen is dan ook belangrijk voor natuurbeheer, met name voor het behoud van zeldzame plantensoorten. Natuurbeheerders kunnen nu bodemmonsters nemen en aan de hand daarvan bepalen of er iets mis is met de bodem in relatie tot de plantensoorten die in dat gebied van nature zouden kunnen voorkomen.
Wieger Wamelink: “Zij kunnen dan desgewenst maatregelen nemen om de bodemomstandigheden te verbeteren. Het kan dan gaan om vaker of intensiever maaien of het verhogen van de grondwaterstand. Ook kan soms worden gedacht aan plaggen, het afvoeren van de bovenste bovenlaag en de vegetatie. Door zo de omstandigheden te manipuleren kunnen zeldzame soorten weer een kans krijgen omdat dan hun voorkeursomstandigheden worden gecreëerd.” "
Voor uitgebreidere informatie, lees de samenvatting van de orignele publicatie
Lees ook het artikel van 6 juli 2014 Waarom zeldzame planten zeldzaam blijven
Publicatie
Wieger Wamelink, G.W., Goedhart, Paul. W., Frissel, Josep, Y (2014). Why Some Plant Species Are Rare. DOI: 10.1371/journal.pone.0102674